Aan tafel

Het ronde mes, waar je met weinig kracht een pizza mee in stukken kan snijden, ligt tussen hen in. Woorden zijn niet nodig. Naast een leeg bord, netjes met twee vorken en messen opgedekt, staat een pan met een plasje boter erin te spetteren.

‘Bedankt dat je bent gekomen’, zegt Annie. ‘Laten we met de vingers beginnen.’ De tafelgenote zit als een liniaal zo recht. Er glinstert een klein druppeltje zweet precies boven het midden van haar bovenlip. Als je heel goed in haar ogen kijkt, kan je angst zien. Toch zit ze daar als een dappere koningin, die zich in haar aangeboren rol schikt.

Het geluid van het draaien van het schijfje van de pizzasnijder geeft aan dat het tijd is: ‘Zullen we dan maar?’. De tafelgenote knikt onmerkbaar en legt haar hand op tafel.

Het mes drukt eerst zacht tegen de buitenkant van de vinger, vlak onder de knokkel, voordat het vel openbarst en het zich door het vlees heen duwt totdat je het vingerkootje hoort kraken. God, wat een kracht kost dat! Met een schok werkt de pizzasnijder zich door de vinger heen. Midden op tafel ligt, als een doorgescheurde tekening, een vinger zonder hand en een hand zonder vinger. De tafelgenote ziet wit, het zweetdruppeltje heeft zich verveelvoudigd terwijl de geur van angstzweet zich heeft vermengd met de geur van vers bloed.

De vinger wordt in de pan gelegd, waar de hete boter het vel al sissend doet krimpen. Lang heeft het niet nodig om aan alle kanten een goudbruine kleur te krijgen. Het bloed maakt samen met de boter een bruinige jus, welke zoetig en tegelijkertijd naar gebraden worst ruikt. Het water loopt Annie in de mond terwijl ze met een vork de vinger uit de pan prikt en op het bord legt. ‘Zout en peper erbij?’

Foto van Javardh

Volg en like mij:
error
fb-share-icon