Gave ouders
Dochterlief werd in april acht. Omdat we net in een lockdown zaten werd ze via verschillende schermpjes toegezongen en hadden wij een extra groot stuk taart. Echt jarig voelde ze zich alleen niet en we beloofden dat we later het kinderfeestje zouden houden.
Foto van Dochterlief
Ze begon alvast te bedenken wat ze wilde hebben.
Gezien de steeds langer wordende verlanglijst, vervloog mijn stille hoop dat ze het feestje langzaam zou vergeten.
Sinterklaas en Kerst komen al om de hoek kijken, dus het wordt de hoogste tijd een datum te prikken. Het wordt 24 oktober. Het laatste weekend van de herfstvakantie. Het thema is ook snel bedacht: Halloween.
Voor het eerst in mijn leven besteed ik zoveel tijd aan het organiseren van een kinderfeestje, maar het is een mooie invulling van een Corona-proof vakantie.
Op zaterdag kopen we in snoepwinkel J. een paar kilo oog-, heksen-, spinnenweb-, en spinnen snoep.
Op woensdag halen we enge films bij de bieb en nog een aantal Halloween accessoires. ’s Avonds prijkt er een wollen spinnenweb aan het plafond in de woonkamer, waar een paar reuzenspinnen hun tijdelijk onderkomen in hebben gevonden.
Op donderdag maken we er een gezinsuitje van om pompoenen te kopen aan de andere kant van de stad. De enige manier om twee kleine kinderen zestien kilometer te laten fietsen. Terwijl zij ’s middags uitgeput op de bank liggen, hol ik voor het eerst van mijn leven twee pompoenen uit en snijd er gezichten in. Ik ben erg tevreden met het resultaat.
Op vrijdag maken we tien liter overheerlijke pompoensoep.
Op zaterdag begint het grote verkleedfeest.
Dochterlief en Zoonlief houden niet van verkleden, maar de vriend en ik des te meer. De verkleedkast werd overhoopgehaald op zoek naar een enge outfit. De schmink die we nog hebben uit ons pré-kindertijdperk wordt opgesmeerd. Tot slot zorgt het nepbloed, dat er erg echt uitziet, voor een spookachtig eindresultaat. We hebben er zin in en spreken af dat we, zo snel als het weer kan, een verkleedfeestje zullen geven voor ónze vrienden.
‘Dat jullie dit allemaal doen voor een kinderfeestje,’ zegt Dochterlief. Ik meen trots in haar stem te horen. Begrijpelijk, want hoeveel ouders doen dit nou? bedenk ik me. Ik vind mezelf een hele gave ouder.
Eén voor één druppelen de dames binnen. Terwijl de ouders enthousiast op onze outfits reageren kijken de jonge gasten ons met grote ogen aan.
Eten in de vorm van een skelet en enge monsters wordt opgediend (lange leve Pinterest!).
‘Is dat spinnenweb in de hoek echt”, vraagt een logee bijdehand. ‘Ehh ja’, zeg ik eerlijk. ‘Maar die hebben we speciaal voor het feestje laten zitten’, lieg ik er dan toch maar bij.
Als we in het donker nog een spannend spel willen spelen, vraagt de stoerste van het stel voorzichtig: ‘Willen jullie alsjeblieft de schmink van jullie gezicht afhalen?’
Beteuterd wisselen de vriend en ik ons in de badkamer weer terug naar ons eigen gedaante.
De dames slaken een zucht van verlichting.
De volgende dag vraag ik aan mijn oververmoeide Dochterlief of ze een leuk feestje heeft gehad. Eigenlijk is dit bedoeld als een retorische vraag. Tot mijn teleurstelling geeft ze aan dat er één ding is dat ze niet leuk heeft gevonden. Als ik vraag wat dat is, zegt ze vol walging: ‘Dat jullie je zo moesten verkleden’.